‘Those who go beneath the surface do so at their peril,’ schreef Oscar Wilde al en als er iets is waar dat voor opgaat, is het wel schaatsen. Afgelopen weekend had het gevroren, en alle meren en slootjes stonden weer vol met wadlopers en klapschaatsers.

Vanonder een kristallen laagje loerde het ijselijk diepe water naar het volk, wachtend op een kans om iemand naar beneden te sleuren. En ik kan het water geen ongelijk geven, want veel fraais heb ik niet gezien. De eerste marathon op natuurijs in Noordlaren was een regelrechte aanfluiting. Nu ben ik een fel tegenstander van sportkleding in het algemeen, maar professionele schaatsers spannen de kroon. Synthetische pakjes die alle onflatteuze lichaamsdelen (van gezwollen levers tot ongebalanceerde testikels) extra accentueren, lelijke mutsen, afzichtelijke brillen. En dat terwijl het zo mooi kan. Gaat u schaatsen, neemt u dan een voorbeeld aan de man hierboven. Wit vossenbont, voor een luttele 3000 euro heeft u al zo’n jas.  En zegt u nu zelf, dat heeft u toch wel over voor uw stijlbewuste medemens? Bovendien laat u het wel uit uw hoofd om door het ijs te zakken.